Hr. Ms.”Evertsen”
F803     1961/1962
Veteranen Hr.Ms. Evertsen / 1961-1962 
Pubs
Afscheid van Nieuw-Guinea
                               Uit het Jaarboek voor de Koninklijke Marine, Jaargang 1962. In de Troonrede van 20 september 1960 werd gesteld: Nederlands Nieuw-Guinea zal in het komende jaar een belangrijke nieuwe fase in zijn ontwikkeling naar zelfbeschikking ingaan. Zodra immers de Nieuw-Guinea-Raad, die in grote meerderheid uit vertegenwoordigers van de inheemse bevolking zal bestaan, tot stand zal zijn gekomen, zullen bestuur en wetgeving slechts met zijn medewerking mogelijk zijn. Deze medewerking geldt eveneens voor het overleg over de wijze, waarop het zelfbeschikkingsrecht doeltreffend kan worden verwezenlijkt. In de organen van de Verenigde Naties en in de Zuid Pacific Commissie, evenals bij het samenwerken met Australië, zal de regering de verwezenlijking van haar doelstellingen met betrekking tot Nederlands Nieuw- Guinea krachtig blijven nastreeven'. De verhouding met Indonesië verslechterde in deze periode in een snel tempo. Indonesië kocht op grote schaal wapens aan. Begin 1958 kocht zij in Polen,TsjechoSlowakije en Joego-Slavië reeds voor 200 miljoen dollar. Hoewel de Verenigde Staten en Engeland zich tegen wapengeweld inzake Nieuw-Guinea verklaarden, leverden deze beide landen toch lichte wapens en vliegtuigen aan Indonesië.Op 6 januari 1961 bereikte Indonesië een akkoord met Rusland over een wapenleverantie ter waarde van 400 miljoen dollar. In Nederland was het kernpunt in de parlementaire debatten de vraag of Nederland bij een militair conflict met Indonesië op de bijstand van een ander land zou kunnen rekenen. Intussen ging Indonesië door met het zenden van infiltranten, meestal in kleine groepen.Op 13 november 1960 was er echter een infiltratie van vrij grote omvang nabij het Boeroe-gebergte aan de zuidwestkust van Nieuw-Guinea. Succes hadden deze infiltraties niet, daar zij door eenheden van de Koninklijke marine, met steun van politie en bevolking, snel werden opgeruimd. Na een aantal anti-Nederlandse campagnes en maatregelen door Indonesië maakte Hr. Ms. Karel Doorman, vergezeld van Hr. Ms. Limburg en Hr. Ms. Groningen, van 31 mei tot 20 december 1960 een vlagvertoonreis naar Nieuw-Guinea. Op 17 augustus 1960 verklaarde president Soekarno voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, dat de aanwezigheid van Nederland in Nieuw- Guinea een bedreiging van de wereldvrede was, en op 5 oktober 1960 verklaarde minister- president Soebandrio: ,1 say explicity, that Indonesia is determined to meet force with force.In 1961 verbeterde de situatie niet. Indonesië zette haar bewapening voort en concentreerde steeds meer onderdelen van haar krijgsmacht nabij Nieuw-Guinea. De taal van president Soekarno werd steeds dreigender en het zenden van infiltranten ging voort. Reeds in 1958 besloot de Nederlandse regering de strijdkrachten van de Koninklijke marine in Nieuw-Guinea te versterken door het zenden van eenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht. In 1960 namen eenheden van de Koninklijke landmacht de posten aan de zuid- en zuidwestkust over van de mariniers. De mariniers werden geconcentreerd op de noordkust om als operatieve reserve te kunnen optreden. Het jaar 1962 bracht de slotfase voor Nederlands Nieuw-Guinea. Het was een jaar van politieke en militaire strijd, dat eindigde met de overdracht van de soevereiniteit over Nieuw-Guinea aan de Verenigde Naties op 1 oktober 1962 Op 1 januari 1962 bevonden zich in Nieuw Guinea: Hr.Ms. Utrecht, Hr.Ms. Limburg, Hr.Ms. Groningen, Hr.Ms. Evertsen, Hr.Ms. Kortenaer, Hr.Ms. Snellius, 3 dregboten, 2 sleepboten, 7 LCPR's, 3 LT's, 6 LCA's, 36 zodiac-rubberboten en diverse motorsloepen met in totaal 1586 man vlootpersoneel. Verder 942 mariniers en 311 man van de marineluchtvaartdienst. Op Biak was het squadron 321 gestationeerd. De totale sterkte van de Koninklijke marine bedroeg 2839 man, die van de Koninklijke landmacht 1440 man en die van de Koninklijke luchtmacht 488 man. De totale sterkte van de Nederlandse strijdkrachten was dus 4767 man. Het agressieve optreden van Indonesië in Nieuw-Guinea in 1962 begint min of meer met de poging van drie motortorpedoboten om de zuidkust te benaderen. Deze poging werd echter bij Vlakke Hoek door het optreden van Hr.Ms. Evertsen, Hr. Ms. Kortenaer en een Neptune-vliegtuig van de marineluchtvaartdienst op 15 januari te 21.30 uur afgeslagen. Een motortorpedoboot, de Matjan Tutul, werd in brand geschoten en de beide anderen werden op de vlucht gejaagd in zuidwestelijke richting. In totaal werden 52 overlevenden van de Matjan Tutul gevangengenomen. Het grote aantal militairen aan boord van deze motortorpedoboot wees op een infiltratiepoging. Dit bleek ook uit de verhoren van de krijgsgevangenen,